Onoverzichtelijke moderniteit
De dissociatie van religieus veld, religies en individuele religiositeit
DOI:
https://doi.org/10.54195/RS.13202Samenvatting
In 1985 Jürgen Habermas characterised the contemporary Western society after 1960 as ‘Die neue Unübersichtlichkeit’ (translated as ‘the new opacity’ or ‘the new disorder’). Zygmunt Baumann has a predilection for the expression ‘Liquid modernity’. Karl Marx wrote already in 1848 that ‘all that is solid melts into air’. These three expressions point to a major tendency within (late) modernity towards disintegration and fluidity. In this article, first presented as a lecture at the second joint conference of the ‘Vlaams- Nederlandse Werkgroep Godsdienstsociologie’ and the journal ‘Religie en Samenleving’ in Tilburg in May 2007, I want to show that this tendency, which is also clearly visible in other societal domains as the economy, the polity or the sciences, strikes also deep chords within religion. For religion – included its conservative and fundamentalist currents – is no less an integral part of modernity. Starting point of the analysis is the distinction between three levels of religion: the religious field at the macro-level, the religions at the meso-level and the individual religiosity at the micro-level. After 1960, these three levels do grow further apart. The dissociation fortifies tendencies towards the fragmentation of the religious field, towards the precarisation and flexibilisation of the religions and towards chronic searching behaviour by and a sense of homelessness of the individuals.
Downloads
Gepubliceerd
Citeerhulp
Nummer
Sectie
Licentie
Dit werk wordt verdeeld onder een Naamsvermelding 4.0 Internationaal licentie.
Auteurs die in dit tijdschrift publiceren gaan akkoord met de volgende voorwaarden:
a) Auteurs behouden het auteursrecht en verlenen het tijdschrift het recht van eerste publicatie. De publicatie wordt gepubliceerd onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationaal (CC BY 4.0), die anderen toestaat om het werk te delen. Bij het delen van het werk moet wel het auteurschap van het werk en de eerste publicatie in dit tijdschrift worden vermeld.
b) Auteurs kunnen afzonderlijke, aanvullende contractuele afspraken maken voor de niet-exclusieve verspreiding van de door het tijdschrift gepubliceerde versie van het werk (bijvoorbeeld door het werk in een institutionele repository te plaatsen of het in een boek te publiceren), met vermelding van de oorspronkelijke publicatie in dit tijdschrift.
c) Auteurs mogen hun werk online plaatsen (bijvoorbeeld in institutionele repositories of op hun website) voorafgaand aan en tijdens de indieningsprocedure.
Auteurs worden uitdrukkelijk aangemoedigd om hun gepubliceerde artikel in hun institutionele archief te deponeren.
Published 2007-09-01